Belijdeniscatechisatie DV 12 december
Vragen bij Kort Begrip 24-28
- De Heere Jezus is de Zoon van God. Kun je een Bijbelgedeelte noemen, waarbij dat heel duidelijk blijkt?
- De Heere Jezus is de Zoon van God. De ware gelovigen worden ook kinderen van God genoemd. Wat is het belangrijke verschil? (zie zondag 13, vr/antw 33)
- De moderne theologie noemt de Heere Jezus een goed mens. Is dat juist?
- Welke twee naturen heeft Christus?
- Waarom heeft Hij allebei die naturen nodig om Middelaar te zijn?
- Maria, de moeder van de Heere Jezus, was een zondares. Hoe kon de Heere Jezus dan toch rein, zonder zonde geboren worden?
- Waarom moest de Heere Jezus behalve een menselijk lichaam ook een menselijke ziel hebben (zie artikel 18, Nederlandse Geloofsbelijdenis)?
- Christus werd Zijn broederen in alles gelijk, uitgenomen de zonde (zie ook Hebreeën 2:17 en 4:15). Wat betekent dat allemaal?
- De HEERE heeft alles geschapen. Wat is ‘scheppen’?
- Veel mensen gaan in onze tijd uit van de evolutietheorie. Wat is het Bijbels antwoord daarop (Hebr. 11: 3)?
- Mogen we de scheppingsdagen uit Genesis 1 ook opvatten als perioden?
- Welke mooie volgorde treffen we aan in de scheppingsdagen in Genesis 1?
- Kun je een Bijbelse geschiedenis noemen waarin Gods voorzienige leiding heel bijzonder naar voren komt?
- Vallen de zonden ook onder Gods voorzienigheid?
- Welk nut ligt er voor Gods kind in de leer dat God alles leidt en regeert (H.Cat. vr/antw. 28)?
- Welke Bijbelgedeelten kunnen jullie bedenken waarin het over de engelen gaat?
- Wat zijn, als je aan die geschiedenissen denkt, zo de taken van de engelen?
- Wat zijn gevallen engelen?
- In Kort Begrip 17 wordt gevraagd: 'Kunnen de heiligen onze middelaars niet zijn?' Aan wat voor mensen moeten we dan denken?
- Waarom kunnen ze onze middelaars niet zijn?
- Worden alle mensen zalig door het offer van Christus? Waarom wel / niet?