CGK Katwijk

Christelijke Gereformeerde Kerk te Katwijk aan Zee

Belijdeniscatechisatie

DV 10 april - Het Heilig Avondmaal

 

Gebruik voor de beantwoording vooral de Bijbel en de Catechismus.

 

 

[1] Wanneer heeft de Heere Jezus het Avondmaal ingesteld en met wie heeft Hij het gehouden?

[2] Wat zijn de tekenen van het Heilig Avondmaal?

[3] Wat betekenen die tekenen?

[4] Zoek in het Avondmaalsformulier (achter de Psalmen en de Catechismus) op, hoe we onszelf moeten onderzoeken vóór het Heilig Avondmaal. Schrijf de 3 belangrijke hoofdpunten op (liefst in eigen woorden).

[5] Wat moet je doen als je deze dingen mist?

[6] Wat is het verschil tussen een kerkelijk recht en een Goddelijk recht om aan te mogen gaan?

[7] Heeft het zin om naar de kerk te gaan, als het Avondmaal wordt bediend, maar je zelf niet aan kunt gaan?

 


[1] Lees Genesis 17:1-14

-a- Waarom sloot de HEERE Zijn verbond met Abraham?

-b- Hoe is Abrahams houding, als de HEERE over Zijn verbond spreekt (vers 3)? En wat kunnen we daarvan leren?

-c- Welke drie ‘groepen’ die aan Abraham verbonden waren, moesten ook besneden worden (vers 12-13)?

[2] Hoe zou het, denk je, komen dat je in het Nieuwe Testament bijna altijd leest over de doop van volwassenen en alleen zijdelings over de doop van kinderen?

[3] Welke Bijbelse redenen noemt het doopformulier voor de kinderdoop (zuigelingendoop)? 

[4] Hoe blijkt in het Oude en Nieuwe Testament, dat ook kinderen tot de gemeente behoren?

-a- Joël 2:15-17

-b- Efeze 6:1-3

[5] Wat betekent de doop (ondergaan in en opkomen uit het water of besprengd worden met het water), als een volwassene gedoopt wordt (zie vragen en antwoorden formulier volwassendoop)?

[6] Wat betekent de doop, als een kind gedoopt wordt?


  1. Wie werkt het geloof in het hart?
  2. Welk middel gebruikt Hij vooral om het geloof te ontsteken in het hart?
  3. Welke twee sacramenten zijn er onder het Nieuwe Testament?
  4. En welke twee sacramenten waren er onder het Oude Testament? En wat is het opvallende verschil tussen de sacramenten van het Oude en Nieuwe Testament?
  5. Hoe kun je de kinderdoop overschatten (te hoog aanslaan)?
  6. Hoe kun je de kinderdoop onderschatten?

[1] Eén van de belangrijkste onderwerpen uit het Nieuwe Testament is: de gerechtigheid of rechtvaardigheid van Jezus Christus.

-a- Welke woorden of gedachten komen het eerst bij je op, als je over dit onderwerp hoort?

-b- Waar heeft het volgens jou mee te maken?

-c- Een stap verder: zou je kunnen proberen te omschrijven wat we bedoelen met de 'gerechtigheid van Christus'?

[2] Lees Romeinen 3: 20 en 24.

-a- Hoe kan een zondaar volgens deze tekst niet rechtvaardig zijn voor God?

-b- Hoe kan een zondaar volgens deze tekst wel rechtvaardig voor God zijn?

[3] Het duidelijkste voorbeeld om uit te leggen, hoe God zondaren rechtvaardigt / vrijspreekt, is dat van een rechtszaak waarin een zondaar eerst aangeklaagd, dan verdedigd en tenslotte vrijgesproken wordt.

-a- Wie is hier de Rechter?

-b- Waardoor / door wie wordt de zondaar beschuldigd en aangeklaagd?

-c- Wie is de Advocaat, Die hem verdedigt?

-d- Waarop baseert deze Advocaat Zijn verdediging van zondaren?

-e- Op grond waarvan spreekt de Rechter de aangeklaagde vrij?

-f- Hoe zou de Heere dit mensen laten meemaken?


  1. Wat belijden wij iedere zondag over de Kerk? (Apostolische Geloofsbelijdenis)
  2. Soms wordt er onderscheid gemaakt tussen de kerk (kleine letter) en de Kerk (hoofdletter). Wat is het verschil?
  3. Waarom is het zo belangrijk om naar de kerk te gaan?
  4. Hoe moeten we Bijbels gezien staan tegenover onnodig thuisblijven van de kerk?
  5. In de zichtbare kerk zijn niet alleen ware gelovigen. Uit welke Bijbelgedeelten wordt dat ook duidelijk? 
  6. Lees KB vraag 40.
    1. Wie vergadert de Kerk?
    2. Waaruit vergadert Hij een Kerk? Welke boodschap ligt daarin?
    3. Door welke middelen vergadert Gods Zoon Zich een Kerk?

 

Naar aanleiding van jullie eigen vragen over de Heilige Geest de onderstaande vragen voor de volgende keer. Er zitten best moeilijke vragen bij. Daardoor zal het misschien niet lukken om op iedere vraag thuis al antwoord te geven. Probeer in ieder geval eens minstens twee vragen thuis voor te bereiden.

 

1) Hoe moeten we denken over gebedsgenezing?

2) Hoe moeten we denken over tongentaal?

3) Is er in de kerk niet te weinig aandacht voor de gaven van de Heilige Geest?

4) Waarom lijkt er in de Bijbel veel meer aandacht voor God de Vader en God de Zoon en minder aandacht voor God de Heilige Geest?

5) De Heilige Geest was er ook al in het Oude Testament. Toch moest Hij na de hemelvaart nog worden uitgestort. Waarom?

6) Wat is het verschil tussen de algemene en de bijzondere werkingen van de Heilige Geest?

7) Hoe moeten we 1 Samuël 10 zien in dit verband?


En hieronder nog de tekst van Flavius Josephus, waar we het vorige keer hadden. Een Joodse geschiedschrijver, die zelf geen christen was; hij leefde van 37 tot ongeveer 100 na Christus, dus in de tijd van het Nieuwe Testament:

Boek XVIII:

63 In die tijd leefde Jezus, een wijs man, voor zover het geoorloofd is hem een man te noemen. Hij verrichtte namelijk daden die onmogelijk geacht werden, en hij was leermeester van mensen die met vreugde de waarheid tot zich namen. En veel Joden alsook velen van de Grieken bracht hij tot zich. Hij was de Christus.

64 Ook nadat Pilatus hem op aanwijzing van de eerste mannen bij ons de straf van het kruis had opgelegd, gaven zij die het eerst in liefde waren gaan leven, niet op. Hij was namelijk aan hen verschenen op de derde dag, opnieuw levend. De goddelijke profeten hadden die dingen en ontelbare andere wonderlijke dingen over hem gezegd. Tot op de dag van heden is de naar hem genoemde groep van de christenen niet verdwenen.

  


 

1. Eerst een vraag om persoonlijk over na te denken: Je volgt nu ongeveer een half seizoen belijdeniscatechisatie. Hoe is jóuw omgang met de Bijbel en het persoonlijk gebed op dit moment? Denk serieus over deze vraag na. Verander patronen in je leven, als dat nodig is!

2. De Heere Jezus is na Zijn opstanding verschenen aan verschillende personen.

- Aan wie allemaal?

- Wat vind je zelf de meest aansprekende verschijning?

3. Met welke bedoelingen verscheen de Heere Jezus na Zijn opstanding aan mensen?

4. De Heere Jezus is waarlijk opgestaan uit de doden. Stel dat iemand die nergens in gelooft, jou vraagt, hoe je dat kunt geloven.

- Wat voor 'bewijzen' zou je dan noemen?

- Wat vind je zelf het sterkste bewijs?

5. In de Bijbel kun je lezen dat de Heere Jezus is opgestaan én dat Hij is opgewekt. Dat zijn twee kanten van dezelfde zaak. Wat zou het verschil zijn in betekenis?

6. Stel dat iemand die nergens in gelooft, aan je vraagt, wat Hemelvaartsdag betekent. Hoe leg je dat uit?

7. Op welke plaats bevindt de Heere Jezus Zich in de hemel? En wat betekent dat?

8. Wat doet de Heere Jezus op dit moment in de hemel? Ligt daar een boodschap in voor jou?

9. Over welke 3 trappen van de verhoging is het in deze les gegaan?


Vragen bij Kort Begrip 32-34

 

[1]Reageer op de volgende stellingen: Eens of oneens?

  1. “Het lijden van de Heere Jezus begon al toen Hij Zijn laatste reis naar Jeruzalem maakte.”
  2. “De Heere Jezus werd niet veroordeeld door mensen, maar door God Zelf.”
  3. “De Romeinen waren verantwoordelijk voor de kruisdood van de Heere Jezus, niet de Joden.
  4. “Het lichamelijke lijden van de Heere Jezus was erger dan Zijn geestelijke lijden.”
  5. “De Heere Jezus is niet letterlijk in de hel geweest"

 

[2] Is er een gedeelte over het lijden van de Heere Jezus dat jou bijzonder aanspreekt? Waarom?

[3] Hoe lang heeft het lijden van de Heere Jezus geduurd? Waarom vooral is het zo zwaar geweest?

[4] Het proces dat de Heere Jezus heeft ondergaan, bestaat uit 2 grote onderdelen. Welke 2?

[5] Waarom is de kruisdood zo’n verschrikkelijke dood? Probeer meer redenen te noemen. Wat leert dat ons over Gods toorn over de zonde en over Gods liefde voor zondaren?

[6] Lees Johannes 19: 38-42. Wat valt je op in dit gedeelte? Waarom moest de Heere Jezus ook begraven worden?

[7] Lees HC zondag 16, vr/antw 44. Is de Heere Jezus letterlijk in de hel geweest? Wat betekent het dan, dat Hij is ‘nedergedaald ter helle’?

 


 

  1. In de Bijbel zijn veel verschillende namen te vinden voor de Zoon van God. Wat zijn volgens jullie Zijn drie meest voorkomende namen in de Bijbel? 
  2. Van deze namen is er één vooral de titel van de Zoon van God; een andere naam is Zijn 'ambtsnaam' en de derde naam is Zijn 'roepnaam'. Wat is Zijn titel? Wat is Zijn ambtsnaam? Wat is Zijn roepnaam?
  3. Wat is de betekenis van 'Jezus', volgens Mattheüs 1:21?
  4. Ken je mensen in de Bijbel die Hem met deze naam aanroepen? 
  5. Wat betekent de Naam Christus?
  6. Welke 3 groepen werden in het Oude Testament gezalfd? Wat betekende die zalving eigenlijk?
  1. Wat leert de Heere Jezus aan zondaren als Profeet?  
  2. Wat is Zijn werk als (Hoge)priester?
  3. Wat is Zijn werk als Koning?

  1. De Heere Jezus is de Zoon van God. Kun je een Bijbelgedeelte noemen, waarbij dat heel duidelijk blijkt?
  2. De Heere Jezus is de Zoon van God. De ware gelovigen worden ook kinderen van God genoemd. Wat is het belangrijke verschil? (zie zondag 13, vr/antw 33)
  3. De moderne theologie noemt de Heere Jezus een goed mens. Is dat juist?
  4. Welke twee naturen heeft Christus?
  5. Waarom heeft Hij allebei die naturen nodig om Middelaar te zijn?
  6. Maria, de moeder van de Heere Jezus, was een zondares. Hoe kon de Heere Jezus dan toch rein, zonder zonde geboren worden? 
  7. Waarom moest de Heere Jezus behalve een menselijk lichaam ook een menselijke ziel hebben (zie artikel 18, Nederlandse Geloofsbelijdenis)?
  8. Christus werd Zijn broederen in alles gelijk, uitgenomen de zonde (zie ook Hebreeën 2:17 en 4:15). Wat betekent dat allemaal?

  1. De HEERE heeft alles geschapen. Wat is ‘scheppen’?
  2. Veel mensen gaan in onze tijd uit van de evolutietheorie. Wat is het Bijbels antwoord daarop (Hebr. 11: 3)?
  3. Mogen we de scheppingsdagen uit Genesis 1 ook opvatten als perioden?
  4. Welke mooie volgorde treffen we aan in de scheppingsdagen in Genesis 1?
  5. Kun je een Bijbelse geschiedenis noemen waarin Gods voorzienige leiding heel bijzonder naar voren komt?
  6. Vallen de zonden ook onder Gods voorzienigheid? 
  7. Welk nut ligt er voor Gods kind in de leer dat God alles leidt en regeert (H.Cat. vr/antw. 28)?

  1. Welke Bijbelgedeelten kunnen jullie bedenken waarin het over de engelen gaat?
  2. Wat zijn, als je aan die geschiedenissen denkt, zo de taken van de engelen?
  3. Wat zijn gevallen engelen?
  4. In Kort Begrip 17 wordt gevraagd: 'Kunnen de heiligen onze middelaars niet zijn?' Aan wat voor mensen moeten we dan denken?
  5. Waarom kunnen ze onze middelaars niet zijn?
  6. Worden alle mensen zalig door het offer van Christus? Waarom wel / niet?